Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AT6826

Datum uitspraak2005-05-31
Datum gepubliceerd2005-06-06
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/700042-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

verdachte heeft een voor een proefrit meegegeven auto niet meer teruggebracht. daarna heeft hij samen met een ander geprobeerd om de garagehouder 37.500 euro af te persen. de rechtbank legt hem overeenkomstig de eis van de officier van justitie een gevangenisstraf op van 15 maanden.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 08/700042-05 STRAFVONNIS Uitspraak: 31 mei 2005 De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [datum] 1967, wonende te [plaats], thans verblijvende in het huis van bewaring te [plaats], terechtstaande terzake dat: 1. hij op of omstreeks 21 december 2004, te Enschede en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een auto, merk BMW, type X5, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke auto verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten om darmee een proefrit te maken, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; 2. hij op of omstreeks 23 januari 2005 en/of op of omstreeks 26 januari 2005, in elk geval op meerdere tijdstippen dan wel op enig tijdstip in of omstreeks maand januari 2005, te Enschede en/althans (elders) in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een persoon genaamd [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 37.500 euro,in elk geval van enig geld, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) telefonisch contact heeft/hebben gehad met die [slachtoffer], tijdens welk(e) gesprek(ken) hij, verdachte en/of zijn mededader(s) tegen dio [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: - "Het enigste wat ik van jou moet hebben is dat jij mij uit de stront kan trekken en meer niet" en/of - "Nee, je moet gewoon die auto terug halen bij die jongens en gewoon het bedrag betalen wat hij gebeurd heb. En ik los het met [roepnaam medeverdachte] op, ik zelf en die jongens ook" en/of op de vraag van [slachtoffer] wat ze moeten hebben voor het terughalen van de auto: - "Zevenendertig en een half" en/of - "Ik heb zelf een gigantisch probleem met [roepnaam medeverdachte] en ik heb een gigantisch probleem met gasten die ook niet makkelijk zijn. Ik ben zelf ook niet bang uitgevallen maar ik weet dat ik het hier niet van kan winnen. Soms moet je capituleren in het leven en ik wil het balletje niet bij jou neerleggen" en/of via een achtergrondgesprek tussen verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s), zodanig dat het voor die [slachtoffer] hoorbaar en verstaanbaar was: "Wie lost het nou op. Lost hij het op of los jij het op". "Hij lost het op". "Dan geef me zijn adres" "Dan geef je mij het adres van die man dan ga ik naar die man. Dan heb ik niks meer met jou [roepnaam verdachte]. Even goeie vrienden. Ik wil gewoon mijn geld terug hebben" "Auto komt bij hem vandaan. Ga ik naar hem toe" "adres [adres].......ik regel het zelf met die man" en/of vervolgens zich rechtstreeks wendend tot [slachtoffer]: - "Luister vriend. Ik heb net je adres gehad dus denk ik dat ik van de week effe bij je een bakkie koffie kom drinken. Ik denk dat we dat effetjes op moeten gaan lossen, vriend" en/of - "Luister, [adres] is het adres waar je zit. Luister wat ik tegen jou zeg. Ik heb een probleem met jou op dit moment wat die auto komt bij jou vandaan, die autopapieren heb ik niet. Ik betaal 37.500 voor die auto, begrijp je, voor mijn vriendin. Dus het meisje heeft nu een auto als gestolen opgegeven" en/of - "Ik maak u gek ? Ik kom van de week bij u op de koffie dan zal u zien wat gek is. Want ik krijg gewoon mijn centen. U moet gewoon mijn centen betalen. Vandaag moet ik mijn geld terug hebben. Wat er gebeurt gebeurt er dat is een belofte. Ja, of je ruimt gewoon al je kankerauto's er uit ga je maar ergens anders emigreren. Maar ik moet vandaag mijn geld hebben. Ik moet vandaag mijn centen hebben. Vandaag en geen dag later. Want die hele kankerzooi gaat de lucht in. Alles, alles blaas ik jou op " en/of - "We komen vanavond een bakkie koffie doen bij jou. Dan weet je het vast. Geld terug, klaar" en/of - "[roepnaam slachtoffer], bel me straks terug. Bel me snel terug. Ik ben onderweg naar jou toe", terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij op 21 december 2004, te Enschede, opzettelijk een auto, merk BMW, type X5, toebehorende aan [slachtoffer] en/of [bedrijf], welke auto verdachte anders dan door misdrijf, te weten om daarmee een proefrit te maken, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; 2. hij in de maand januari 2005, in Nederland, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld een persoon genaamd [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 37.500 euro, toebehorende aan die [slachtoffer], telefonisch contact hebben gehad met die [slachtoffer], tijdens welke gesprekken hij, verdachte en/of zijn mededader tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: - "Het enigste wat ik van jou moet hebben is dat jij mij uit de stront kan trekken en meer niet" en - "Nee, je moet gewoon die auto terug halen bij die jongens en gewoon het bedrag betalen wat hij gebeurd heb. En ik los het met [roepnaam medeverdachte] op, ik zelf en die jongens ook" en op de vraag van [slachtoffer] wat ze moeten hebben voor het terughalen van de auto: - "Zevenendertig en een half" en - "Ik heb zelf een gigantisch probleem met [roepnaam medeverdachte] en ik heb een gigantisch probleem met gasten die ook niet makkelijk zijn. Ik ben zelf ook niet bang uitgevallen maar ik weet dat ik het hier niet van kan winnen. Soms moet je capituleren in het leven en ik wil het balletje niet bij jou neerleggen" en via een achtergrondgesprek tussen verdachte en zijn mededader, zodanig dat het voor die [slachtoffer] hoorbaar en verstaanbaar was: "Wie lost het nou op. Lost hij het op of los jij het op". "Hij lost het op". "Dan geef me zijn adres" "Dan geef je mij het adres van die man dan ga ik naar die man. Dan heb ik niks meer met jou [roepnaam verdachte]. Even goeie vrienden. Ik wil gewoon mijn geld terug hebben" "Auto komt bij hem vandaan. Ga ik naar hem toe" "adres [adres].......ik regel het zelf met die man" en vervolgens zich rechtstreeks wendend tot [slachtoffer]: - "Luister vriend. Ik heb net je adres gehad dus denk ik dat ik van de week effe bij je een bakkie koffie kom drinken. Ik denk dat we dat effetjes op moeten gaan lossen, vriend" en - "Luister, [adres] is het adres waar je zit. Luister wat ik tegen jou zeg. Ik heb een probleem met jou op dit moment wat die auto komt bij jou vandaan, die autopapieren heb ik niet. Ik betaal 37.500 voor die auto, begrijp je, voor mijn vriendin. Dus het meisje heeft nu een auto als gestolen opgegeven" en - "Ik maak u gek ? Ik kom van de week bij u op de koffie dan zal u zien wat gek is. Want ik krijg gewoon mijn centen. U moet gewoon mijn centen betalen. Vandaag moet ik mijn geld terug hebben. Wat er gebeurt gebeurt er dat is een belofte. Ja, of je ruimt gewoon al je kankerauto's er uit ga je maar ergens anders emigreren. Maar ik moet vandaag mijn geld hebben. Ik moet vandaag mijn centen hebben. Vandaag en geen dag later. Want die hele kankerzooi gaat de lucht in. Alles, alles blaas ik jou op " en - "We komen vanavond een bakkie koffie doen bij jou. Dan weet je het vast. Geld terug, klaar" en - "[roepnaam slachtoffer], bel me straks terug. Bel me snel terug. Ik ben onderweg naar jou toe", terwijl telkens de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: wat betreft sub 1 het misdrijf: "Verduistering", strafbaar gesteld bij artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft sub 2 het misdrijf: "Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen", strafbaar gesteld bij artikel 317 junctis 45 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd; De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden onvoorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen: Verdachte heeft zich het bezit weten te verschaffen van een dure personenauto afkomstig van een garagehouder met wie verdachte in het verleden vaker zaken had gedaan en met wie hij kennelijk een vertrouwensband had opgebouwd, hetgeen mag blijken uit de omstandigheid dat deze garagehouder zonder nadere zekerheidsstelling de auto aan verdachte heeft meegegeven. Vervolgens is de eigenaar/garagehouder door verdachte en verdachtes mededader meermalen telefonisch bedreigd en onder druk gezet om geld te betalen. Dat deze bedreigingen diep hebben ingegrepen in de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en zijn gezinsleden moge blijken uit het feit dat dit slachtoffer en zijn gezinsleden op enig moment zijn ondergedoken uit vrees voor gewelddadige acties van de zijde van verdachte en/of zijn mededader. De rechtbank is van oordeel dat ter afdoening van feiten als de onderhavige uitsluitend een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van aanmerkelijke duur kan worden opgelegd. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat verdachte in het verleden meermalen veroordeeld is terzake vermogensdelicten. De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10,27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart bewezen, dat het tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van vijftien maanden. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij; Aldus gewezen door mr. Rikken, voorzitter, mr. Berg en mr. Taalman, rechters, in tegenwoordigheid van Last, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 31 mei 2005.